Voeding en je lichaam
Het begin van het thema begint met een openingsverhaal. Daarna volgen de lessen.
Les 1: Van boerderij tot supermarkt
De lesdoelen zijn:
- De kinderen kunnen uitleggen waar ons eten en drinken vandaan komt.
- De kinderen kunnen voorbeelden noemen van zuivelproducten.
- De kinderen beschrijven hoe de eerste mensen aan hun voedsel kwamen.
- De kinderen kunnen uitleggen waarom jagen en verzamelen niet meer nodig is.
Les 2: Je bent gemaakt van eten
De lesdoelen zijn:
- De kinderen kunnen uitleggen dat mensen en dieren eten, drinken en zuurstof nodig hebben.
- De kinderen kunnen uitleggen dat eten nodig is om te groeien.
- De kinderen kunnen uitleggen dat eten nodig is voor energie.
- De kinderen kunnen uitleggen dat gevarieerd eten nodig is om gezond te blijven.
Les 3: Vleeseters en planteneters
De lesdoelen zijn:
- De kinderen kunnen uitleggen waarom vleeseters scherpe tanden hebben, planteneters platte kiezen en alleseters allebei.
- De kinderen kunnen andere voorbeelden noemen van de manier waarop het lichaam van dieren is afgestemd op het leven dat ze leiden.
Les 4: Goed om te weten
De lesdoelen zijn:
- De kinderen toetsen hun kennis m.b.t. de begrippen.
- De kinderen kunnen argumenten noemen waarom iemand vegetariër is.
- De kinderen kunnen uitleggen waarom vegetariërs in plaats van vlees andere dingen moeten eten.
- De kinderen kunnen voedingsstoffen noemen die een voedselallergie kunnen veroorzaken.
De begrippen:
Zuivel, fruit, groente, zuurstof, bouwstoffen, vegetariër, energie, brandstoffen, alleseters, prooi.
Spelletjes:
Maak groepjes van woorden die bij elkaar horen. Er horen steeds twee, drie, vier of vijf woorden bij elkaar. Als je ze allemaal hebt gevonden, hoor je een geluid.
Sommige voedingsmiddelen worden door iedereen gegeten (vleeseters en vegetariërs). Het vakje kleurt groen als je het goed hebt.
Voeding en je lichaam. Wat weet jij ervan?