Planten en dieren

Het begin van het thema begint met een openingsverhaal. Daarna volgen de lessen.

De lesdoelen zijn:

De kinderen kunnen noemen wat planten nodig hebben om te leven.
De kinderen kunnen de functie van bladeren, stengel, wortels en vrucht voor een plant noemen.
De kinderen kunnen uitleggen waarom de meeste bomen hun blad verliezen in de winter.
De kinderen kunnen enkele manieren noemen waarop planten zich verzadigen.

De lesdoelen zijn:

De lesdoelen zijn:

De kinderen kunnen drie dingen noemen die alle levende wezens nodig hebben.
De kinderen kunnen uitleggen waarom planten en dieren niet zonder elkaar kunnen.
De kinderen kunnen uitleggen waarom dieren een eigen leefomgeving hebben.
De kinderen kunnen aanpassingen noemen van een dier aan zijn omgeving en voedsel.

De lesdoelen zijn:

De kinderen toetsen hun kennis m.b.t. de begrippen.
De kinderen kunnen opvallende verdedigingstechnieken van dieren noemen.
De kinderen kunnen een paar stappen noemen in de ontwikkeling van een natuurgebied.

Stengel, wortels, mineralen, vrucht, bladeren, vleeseters, planteneters, schutkleur, alarmkleur, leefomgeving.

Spelletjes:

Vleeseters en planteneters.

Bij welk plaatje hoort het?

Los jij het kruiswoordraadsel op?