Onderweg
Het begin van het thema begint met een openingsverhaal. Daarna volgen de lessen.
Les 1: Van huis naar school
Wat leren de kinderen?
- De “geografische vierslag” toepassen. Dit zijn vier vragen waar aardrijkskunde om draait.
- Waarnemen: Wat zie je op een bepaalde plek?
- Herkennen: Wat is dat wat je ziet? Zie je dat ook op andere plaatsen?
- Verklaren: Waarom is dat juist op die plaatsen?
- Waarderen: Wat betekent dit voor de mensen die hier wonen? Is het fijn, goed, nuttig of juist lastig, vervuilend, gevaarlijk?
- Zich afvragen wat ze om zich heen zien, waarvoor het dient, waarom het juist daar is en of er alternatieven zijn.
Les 2: De klas in beeld
Wat leren de kinderen?
- Welke factoren meespelen bij het inrichten van een bepaalde ruimte.
- Dat je de werkelijkheid kunt vertalen naar een eenvoudige plattegrond.
- Waarom je een plattegrond op schaal tekent.
Les 3: De kaart
De lesdoelen zijn:
- De kinderen kunnen een plattegrond lezen, de legenda gebruiken, een eenvoudige schaal omrekenen en het vakkenstelsel hanteren.
- De kinderen weten wat wel en niet op een plattegrond hoort.
- De kinderen kunnen een eenvoudige plattegrond in een concrete situatie toepassen.
Les 4: Goed om te weten
De lesdoelen zijn:
- De kinderen herhalen de lesstof en de begrippen.
- De kinderen verbreden hun kennis.
De begrippen:
Aardrijkskunde, wijk, buurt, ruimte, inrichten, plattegrond, schaal, legenda, kaart.
Spelletjes:
Wat weet jij van plattegronden en kaarten?
Weet jij de weg in Artis?
Win je het van de computer? Kijk in de legenda, de pictogrammen wijzen je de weg.
Ken jij de begrippen?