Roodkapje in een ander jasje…
- Vermenigvuldigen: Er zijn twee wolven. Er zijn twee huisjes in het bos.
- Verbinden: Er is een complot tussen wolf en moeder.
Roodkapje speelt onder een hoedje met de wolf om grootmoeder om te brengen. - Afhankelijkheid creëren: Roodkapje mag niet weg van haar vriendje. De jager heeft een heks van een vrouw en mag niet …
- Vervangen Blauwpetje, de dappere buurjongen gaat op weg naar het mandje.
- Symmetrie verbreken: De wolf heeft maar drie poten, of één oog. De jager heeft maar één arm. Grootmoeders bed staat zo scheef dat….
- Opdelen en herschikken: Roodkapje is ziek en grootmoeder komt met een mand. De wolf is aardig, maar Roodkapje is een gemeen meisje.
- Weglaten: Er is geen wolf. Oma is niet thuis. Er is geen jager, wat nu?